Tegengiffen voor digitalistoxiciteit omvatten stopzetting en observatie, maagspoeling en gebruik van digitalis-fab-antilichamen; Anti-aritmische medicijnen en vervanging van elektrolyten kunnen ook de bijwerkingen verlichten. Ook bekend als digoxine, is de meest voorkomende bron van digitalis de vingerhoedskruidplant, digitalis purpurea. Het medicijn wordt gebruikt voor de behandeling van hartaandoeningen, waaronder atriale fibrillatie en atriale flutter. Verkrijgbaar in zowel orale als injecteerbare vormen, de normale therapeutische dosis digitalis is 0,8 tot 2,0 nanogram per milliliter. Serumniveaus boven dit bereik resulteren in hartglycosidetoxiciteit, en dit is het moment waarop tegengiffen voor digitalisvergiftiging nodig zijn.
Digitalis-toxiciteit kan acuut zijn, wanneer te veel van het medicijn in korte tijd wordt ingenomen, of chronisch, zoals bij mensen die medicijnen gebruiken die elektrolytenafwijkingen veroorzaken. Het gebruik van diuretica kan bijvoorbeeld leiden tot kaliumuitputting, wat vervolgens het risico op digitalisvergiftiging verhoogt. Andere risicofactoren zijn onder meer geneesmiddelinteracties, een hartinfarct of ischemie. Hypothyreoïdie, hypercalciëmie en gevorderde leeftijd kunnen ook het risico op toxiciteit vergroten.
Symptomen van digitalisvergiftiging zijn onder meer onregelmatige hartritmes, syncope, hypotensie en vermoeidheid. Andere symptomen zijn braken en diarree, buikpijn of hoofdpijn en duizeligheid. Sommige mensen ervaren ook een veranderde mentale toestand, vaker plassen en koud zweet. Zwelling van de benen, veranderd of wazig zicht en anorexia komen ook vaak voor. Artsen bevestigen een diagnose met behulp van een elektrocardiogram (ECG), digitalisspiegels en kalium- en magnesiumspiegels.
Tegengiffen voor digitalistoxiciteit zijn gebaseerd op de specifieke symptomen en toxische effecten bij de patiënt en niet alleen op het niveau van het geneesmiddel in het serum, aangezien de toxiciteitsniveaus van persoon tot persoon kunnen variëren. Voor patiënten met chronische toxiciteit en die stabiel zijn, bestaat de behandeling gewoonlijk uit het stopzetten van het gebruik van het geneesmiddel. Artsen houden patiënten gehydrateerd en observeren ze totdat de serumdigoxinespiegels weer normaal zijn.
Maagspoeling met actieve kool wordt vaak als eerstelijnsbehandeling gebruikt. Dit vermindert de absorptie van digitalis en schaadt de circulatie van het medicijn door de lever. Voor dit doel kunnen ook bindmiddelharsen, waaronder cholestyramine en colestipol, worden gebruikt. Maagspoeling kan echter hartritmestoornissen verergeren, dus artsen geven eerst atropine als preventief middel als deze techniek wordt gebruikt.
Voor acute gevallen omvat de initiële behandeling het gebruik van digitalis-fab-fragmenten. Deze immunoglobulinefragmenten binden zich aan digitalis, waardoor vervolgens wordt voorkomen dat digitalis zich aan de lichaamscellen hecht. De kruispunten vormen complexen in het bloed, die vervolgens door de nieren gaan en worden uitgescheiden. Handelsnamen voor deze fragmenten zijn onder meer Digibind en DigiFab.
Anti-aritmica kunnen ook digitalisvergiftiging behandelen, afhankelijk van de aritmie. Artsen kiezen bijvoorbeeld voor lidocaïne en fenytoïne als ventriculaire tachycardie optreedt. Elektrolyten moeten ook in balans zijn. In acute gevallen komt hyperkaliëmie vaak voor en wordt deze behandeld met natriumbicarbonaat, insuline, glucose of ionenuitwisselingsharsen zoals Kayexlate. Bij chronische toxiciteit zijn hypokaliëmie en hypomagnesium waarschijnlijker en worden deze behandeld met intraveneuze infusies van kaliummagnesiumsulfaat in dextrose-oplossing.
Factoren die een rol spelen bij het kiezen van tegengiffen voor digitalisvergiftiging zijn onder meer de ernst van de vergiftiging en de gepresenteerde symptomen. Leeftijd, medische geschiedenis en chroniciteit spelen ook een rol, samen met bestaande hartziekten, nierfalen en ECG-veranderingen. Andere factoren zijn onder meer het elektrolyt- en digitalisniveau. Artsen houden ook rekening met de etiologie van de vergiftiging, zoals de ingenomen dosis, andere medicijnen die mogelijk ook zijn ingenomen en of de vergiftiging opzettelijk of per ongeluk was.